Het kiezen van de juiste bureaustoel en bureautafel is essentieel voor een ergonomische werkplek die bijdraagt aan comfort en productiviteit. In Nederland worden hiervoor specifieke normen gehanteerd, namelijk de NEN-EN 1335 en NPR 1813 voor bureaustoelen, en de NEN-EN 527 en NPR 1813 voor bureautafels. Deze normen geven richtlijnen voor de maatvoering en instelbaarheid van kantoormeubilair. In deze blog bespreken we de verschillen tussen deze normen en hun impact op de keuze voor ergonomisch meubilair.
NEN-EN 1335 en NPR 1813: normen voor bureaustoelen
NEN-EN 1335 is de Europese norm die eisen stelt aan de afmetingen en instelmogelijkheden van bureaustoelen. Deze norm is gebaseerd op de gemiddelde Europese lichaamslengte en is geschikt voor personen met een lengte tussen 151 en 192 cm. Bureaustoelen die aan deze norm voldoen, zijn doorgaans geschikt voor 6 tot 8 uur gebruik per dag.
NPR 1813, de Nederlandse Praktijk Richtlijn, is een aanvulling op de NEN-EN 1335 en houdt rekening met de grotere variatie in lichaamslengtes binnen de Nederlandse bevolking. Deze norm is ontworpen om 95% van de Nederlandse beroepsbevolking te accommoderen, wat betekent dat bureaustoelen volgens deze richtlijn geschikt zijn voor personen met een lengte tussen 151 en 200 cm. Deze stoelen zijn ideaal voor intensief gebruik van 8 tot 10 uur per dag.

Belangrijkste verschillen tussen NEN-EN 1335 en NPR 1813
-
Zithoogte: bij NEN-EN 1335 is de zithoogte instelbaar tussen 40 en 51 cm, terwijl NPR 1813 een bereik van 41 tot 55 cm voorschrijft.
-
Zitdiepte: NEN-EN 1335 vereist een verstelbare zitdiepte van minimaal 6 cm, terwijl NPR 1813 een verstelbaarheid van minimaal 10 cm aanbeveelt.
-
Armleggers: stoelen volgens NEN-EN 1335 hebben 2D-verstelbare armleggers (hoogte en breedte), terwijl NPR 1813 4D-verstelbare armleggers vereist (hoogte, breedte, diepte en draaibaarheid).
-
Rugleuning: de minimale hoogte van de rugleuning is 22 cm bij NEN-EN 1335 en 37 cm bij NPR 1813.
Deze verschillen maken NPR 1813-stoelen geschikter voor een breder scala aan lichaamslengtes en intensiever gebruik.
NEN-EN 527 en NPR 1813: normen voor bureau's
Naast bureaustoelen zijn er ook normen voor bureautafels. NEN-EN 527 is de Europese norm die eisen stelt aan de afmetingen en instelbaarheid van bureautafels, gebaseerd op de gemiddelde Europese lichaamslengte. Deze norm specificeert onder andere:
-
Vaste tafelhoogte: 74 tot 76 cm.
-
Verstelbare zit-zit tafels: hoogte instelbaar tussen 65 en 85 cm.
-
Verstelbare zit-sta tafels: hoogte instelbaar tussen 65 en 125 cm.
NPR 1813 voor bureautafels is een aanvulling op de NEN-EN 527 en houdt rekening met de Nederlandse lichaamslengtes. Deze richtlijn adviseert:
-
Verstelbare zit-sta tafels: hoogte instelbaar tussen 65 en 130 cm.
-
Verstelbare statafels: hoogte instelbaar tussen 65 en 130 cm.
Deze aanpassingen zorgen ervoor dat bureautafels geschikt zijn voor een breder scala aan gebruikers, wat bijdraagt aan een ergonomische werkplek.

Waarom zijn deze normen belangrijk?
Het naleven van deze normen is cruciaal voor het creëren van een ergonomische werkomgeving die bijdraagt aan het welzijn en de productiviteit van werknemers. Een goed afgestelde bureaustoel en -tafel kunnen lichamelijke klachten voorkomen en zorgen voor een comfortabele werkhouding. Daarom is het bij de aanschaf van kantoormeubilair belangrijk om te letten op deze normen en te kiezen voor producten die hieraan voldoen.
Conclusie
Bij het inrichten van een ergonomische werkplek is het essentieel om rekening te houden met de geldende normen voor bureaustoelen en bureautafels. De NEN-EN 1335 en NEN-EN 527 normen bieden een goede basis voor de gemiddelde Europese gebruiker, terwijl de NPR 1813 richtlijnen specifiek zijn afgestemd op de Nederlandse beroepsbevolking. Door te kiezen voor meubilair dat voldoet aan deze normen, investeer je in het welzijn en de productiviteit van jou én je medewerkers.